We beginnen onze fietstocht om half
tien met de eerste klim naar Aiguines, 6 km. lang naar 883 meter hoogte. Daar drinken we onze eerste koffie. Bram spreekt een Duitser, die helemaal lyrisch wordt van hoe we met
z'n vieren fietsen. Dan op weg naar het hoogste punt, 1200 m. Bram en Bob zijn
al gauw niet meer te zien en Menno en ik zwoegen voort met veel pauzes en veel
slokken water. Anderhalf uur later zijn we op de top! We voelen ons heel triomfantelijk
en genieten van het prachtige uitzicht op de Verdon. Met onze jacks aan
beginnen we aan de afdaling die razendsnel verloopt en ons behoorlijk afkoelt. Verder gaat de tocht
met klimmen en dalen en een inzinking van Menno, en van Bob, die een te zwaar verzet draait.
Om een
uur of twee zijn we nog niet over de helft en we beginnen ons af te vragen of
we niet te hoog gegrepen hebben. Er blijft echter niets anders over dan
door te gaan, want terug is nog zwaarder. Naar het dorpje Trigance hebben we
een afdaling, zo steil dat we voortdurend moeten remmen en beneden hebben we
zere handen van het knijpen. Menno’s inzinking is inmiddels over en nu is het mijn beurt. Nadat
we na de zoveelste klim aankomen in La Palud, ben ik afgepeigerd en wee van de
honger. Bram heeft intussen broodjes en fruit gekocht en daar knap ik wat van
op. Met knikkende knieën begin ik aan de laatste klim naar 1060 meter. Die
blijkt reuze mee te vallen en weldra beginnen we aan de afdaling naar
Moustiers, 15 km. lang.
De rest gaat van een leien dakje en om
kwart voor zeven zitten we in Les Salles aan onze welverdiende pils en
frisdrank. Dan gauw wat boodschappen gedaan, gekookt en gegeten: coteletten,
aardappelen, flageolets, appelmoes en Gervais toetje. Daarna douchen we en
zetten de fietsen alvast op de auto. We gaan slapen met een zeer voldaan
gevoel. We hebben ons verblijf in Les Salles afgesloten met een grandioze
fietstocht!
Joke