We nemen de bus naar Baguio en slapen in het Burnham Hotel, oud, donker en scharrig. De volgende dag nemen we de bus naar Sagada. Dit is een aftandse,
rammelende bus waarvan de airco bestaat uit twee plastic ruitjes die je open
kunt schuiven. Opeens een enorme klap: klapband! Met drie man probeert men de bouten los te wrikken en na een
half uurtje is de klus geklaard. Weer op weg en een kwartier later stopt de
chauffeur in een dorpje om een nieuwe sleutel te kopen; de oude heeft hij krom
getrokken. Maar
na een tijdje weer
een klap. Weer gestopt en met z'n drieën worden de banden gecontroleerd. Dan hebben ze er blijkbaar voldoende
vertrouwen in, want we vervolgen onze weg.
De afstand tussen Baguio en Sagada bedraagt 150 km. Het grootste gedeelte van de rit rijden we over goede betonnen wegen, maar de laatste 50 km. bestaat de weg uit zand, stenen, keien en kuilen. De hoogste top waarover we rijden is 2220 km. en dat doen we in de mist. In Sagada slapen we in het Olahrinan Resthouse.








Geen opmerkingen:
Een reactie posten