1945-1952 kleuterschool en lagere school

Op 24 augustus 1945 zijn we terug in Hilversum en krijgen een kamer in 'De Hoeksteen', tehuis voor ongehuwde moeders, Beethovenlaan 13. Op 21 februari 1946 verhuizen we naar Sweelincklaan 18, waar we een kamer op de 2e verdieping krijgen. 

  

Zo zag ons huis er, denk ik, voor de oorlog uit. Maar de luiken en het hek zijn inmiddels verdwenen.
Mijn ouders slapen in een tweepersoons bed en Hans, Carla en ik op matrassen op de grond. Karel slaapt in een kistje. Koken doet ma beneden in de gemeenschappelijke keuken.

We wonen er met 11 gezinnen, 27 volwassenen en 21 kinderen.

 
   

  

Hierboven zit ik op een wagen van Sportschool Van Hellemond in een optocht t.g.v. Bevrijdingsdag 1946 of 1947. Daarnaast een uitnodiging voor een verjaardagsfeestje op 7 januari 1948. 

Onze kamer op de 2e verdieping heeft een groot balkon waar we kunnen spelen en waar mijn ouders kippen en konijnen houden. We hebben ieder een eigen konijn. Ma slacht de kippen, terwijl pa een stukje gaat fietsen. Later krijgen we een slaapkamer voor ons vieren en van tante Jopie ieder een bed, een matras en een gestikte deken. De tuin is een grote wildernis, die niet wordt bijgehouden. Maar voor ons een heerlijk speelterrein! Er staan appel-, peren- en hazelnootbomen en er groeien bramen en frambozen. In het voorjaar staat de tuin vol lelietjes-van-dalen. De buren hebben kalkoenen en kippen. Maar aangezien het hek tussen beide tuinen kapot is 'vinden' we af en toe eieren in onze en hun tuin. Ook klim ik graag in de bomen. Ik herinner me dat ik een keer hoog in een boom zat op ooghoogte met ma op de 2e verdieping. Ze kreeg de schrik van haar leven! Verder spelen we op straat en in het Spanderswoud. 

   

    

Onze tuin grenst aan die van de familie Stelling die op de Mozartlaan woont. Carla is bevriend met Joan en wij mogen 's zomers ook hun zwembad gebruiken. Voor Joans verjaardag neemt haar vader ons in de auto mee naar Amsterdam, waar we (mijn eerste!) een film van Walt Disney zien: "De woestijn leeft". 

 

Hans en ik gaan naar de lagere school, de Groen van Prinstererschool op de Dalweg. Na de eerste twee klassen ga ik naar kostschool in Oudewater (Pensionaat St. Franciscus) en Hans naar kostschool in Zeist. Want ma is overspannen en wordt een tijdje opgenomen bij de nonnen van 'De Stad Gods' in Hilversum.
In het najaar, op kostschool, word ik ziek. Met kerstmis gaan alle kinderen naar huis, maar ik moet blijven. Een van de zusters verwent me elke morgen met een beschuitje! Het jaar daarop komt Carla ook. Zij doet er haar eerste communie en ik krijg pianoles. Ook geven we een uitvoering van Repelsteeltje, waarbij ik Repelsteeltje speel en Carla een van de kabouters is.
We moeten een uniform dragen: donkerbruine rok en hesje en een witte bloes. En gebreide kousen, waarvan ik de gaten moet stoppen. Ook die van Carla.

  

Carla heeft hier haar Eerste Communie gedaan.
       

  

Na twee jaar zijn we weer thuis en de vijfde en zesde klas doe ik op de Mariaschool op de Lage Naarderweg, naast de O.L.V.-kerk. Dat is een halfuur lopen, dus tussen de middag blijven we over. We krijgen brood mee, meestal boterhammen met suiker. We lopen elke dag over de Koninginneweg langs het raadhuis en de kleine vijver. Op een winterdag is de vijver bevroren. Sterk genoeg, denk ik, maar ik zak door het ijs! Hans haalt me eruit en drijfnat ren ik naar huis. Ook gaan we een keer - Hans, Carla en ik - naar de kermis op de markt. Als oudste heeft Hans het geld en hij probeert de machines waarmee je iets kunt 'grijpen'. Ik sta intussen te kijken bij de draaimolen en zie opeens een dubbeltje binnen de afzetting liggen. Ik kruip erheen en het volgende ogenblik word ik wakker op een brancard in de gang van een groot gebouw (Dekema Stichting voor Gehandicapten) op het Langgewenst. Blijkbaar heb ik een klap van een schommel van de draaimolen gekregen! Ik heb er gelukkig niets aan overgehouden.
Boodschappen doet ma o.a. bij De Gruyter (èn betere waar èn 10% korting) met voor ons het 'snoepje van de week'. 
We (behalve ma) gaan ook een keer naar tante Jopie in Den Haag. We nemen de bus op de Bachlaan. Tante Jopie heeft heerlijk gekookt. Wat het nagerecht precies was weet ik niet meer, maar wel dat er 12 eieren in zaten!